Werkingsprincipes van de osteopathie

Principes van de osteopathie


Structuur geeft de functie en functie geeft structuur

De algemene osteopathische behandeling (GOT= general osteopathic treatment) geeft de basis weer van de structurele osteopathische behandeling van de klassieke Angelsaksische osteopathie en vormt de basis voor wat wij 'Body Adjustment' noemen.
Het betreft een therapeutische strategie gebaseerd op de mechanische opvattingen van John Martin Littlejohn DO en gebouwd op het hoofdprincipe van de osteopathie, namelijk:  "De structuur geeft de functie", maar zeker ook: "De functie geeft de structuur".

De structuur zal benaderd worden via ritmische articulaire bewegingen, rekeninghoudend met de talrijke en ingewikkelde wisselwerkingen van de verschillende systemen en functies (visceraal, neurovegetatief, motorisch, sensorisch, psychoemotioneel).
De GOT is tezelfdertijd een mobiliteitstest van alle gewrichten en kan dienen als een eerste behandeling. De behandeling laat zo toe alle gewrichten van het lichaam te onderzoeken, en dit alles in zijn optimale functionele toestand.

Deze benadering helpt de osteopaat om de goede of slechte werking van de verschillende gewrichten te ontdekken en om een eerste indeling te maken en de kleine gewrichtsbeperkingen te herstellen. Het gaat hier dus om een echte 'scan' van de anatomische structuren, een voortdurende ritmische en gecoördineerde ontdekking van het lichaam die enerzijds een diagnose en behandeling toelaat, maar anderzijds ook een classificatie van de letsels.


De regel van de bloedvaten

Uiteindelijk zal er door de uitvoering van de GOT een vaatverwijding plaats vinden van het perifeer circulatoir systeem. Daardoor is er een betere zuurstofvoorziening en een betere afvoer van de vloeistoffen van de weke delen mogelijk. De circulatoire stases die de goede cellulaire uitwisselingen schaden zijn zo opgelost (verband vloeistoffenmechanica). De arteriële regel is heel belangrijk en
vertegenwoordigt het tweede principe in de osteopathie.

Op deze manier begrijpt men het belang van de behandeling van de weke delen (soft tissues) alsook van de articulaire technieken en de specifieke correcties die de structurele osteopathische benadering kenmerkt. Alhoewel de structuur zo belangrijk is, moeten we toch voor ogen houden dat hij moet functioneren.


Vind het letsel, herstel het, en laat het met rust

De osteopaat probeert niet om het lichaam te domineren, maar helpt het om zijn functionele stabiliteit terug te vinden. De osteopaat onderzoekt, vindt het letsel, herstelt het door middel van mobilisaties en laat het lichaam daarna met rust. Dat vormt het derde principe dat ooit uitgesproken werd door Andrew Taylor Still, de grondlegger van de osteopathie.

Hoe mobiliseert de osteopaat in zijn algemeen onderzoek?

In de praktijk zal de osteopaat de nadruk leggen op 3 parameters: routine, ritme en rotatie.
  • Routine betekent dat de mobiliserende beweging telkens herhaalt wordt zodat de kwaliteit van de beweeglijkheid van het weefsel telkens geëvalueerd (diagnose) en verbeterd (behandeling) kan worden. Het faciliteren en herhalen van de bewegingen heeft proprioceptieve gevolgen en vertegenwoordigt een vorm van neuro-motorische herprogrammering.

  • Ritme verwijst naar de regelmatigheid van de mobilisaties , die in samenwerking met de routine een input bezorgt aan het centraal zenuwstelsel. Dit heeft als doel de motorische antwoorden van het centraal zenuwstelsel te regelen en de grote bewegingen te harmoniseren en te coördineren. Men moet de beweging ritmisch uitvoeren en alzo de patiënt volledig in dit ritme brengen. Het ritme kenmerkt het leven (ademhalings-, hart-, scapulohumeraal-, lumbaal-bekken-, craniaalsacraalritme, et cetera). Het veroorzaakt ook een pompend drainage wat effect heeft op de gemobiliseerde structuren.
  • Rotatie laat uiteindelijk de evaluatie toe van het volledige amplitudo van de beweging (circumductie) en vertegenwoordigt tegelijkertijd een essentiële parameter voor de mobiliteit van de weke delen .









Reactie plaatsen